Deze open brief aan Rudy De Leeuw werd geschreven als reactie op diens brief aan de studenten. De brief werd opgesteld door Nick Roskams, student in leuven, met input van collega-studenten. De brief is tevens terug te vinden op Facebook als note.
Geachte heer De Leeuw,
Wij hebben met interesse uw open brief gelezen naar aanleiding van de komende staking van 30 januari. Gaandeweg veranderde onze interesse jammer genoeg in ongeloof omdat wij niet akkoord kunnen gaan met uw houding ten aanzien van onze generatie. Uiteraard wensen wij u niet te viseren dus via dit antwoord willen we graag iedereen die de staking verdedigt persoonlijk aanspreken. We pretenderen hier niet te spreken namens onze generatie, maar denken en hopen dat we de gevoelens van een grote groep onder woorden brengen.
Uw strijd, niet noodzakelijk de onze
U zegt te strijden voor onze toekomst maar u verzet zich tegen elke maatregel die kan helpen om die toekomst te verzekeren. De sociale zekerheid zal de komende jaren onder grote druk komen te staan, dat weten we allemaal. Eén blik op de bevolkingspiramide zegt meer dan duizend woorden: waar vroeger een brede basis kon voorzien in het onderhoud van een smalle punt, wordt de situatie in de toekomst omgekeerd. In een repartitiesysteem is de conclusie snel bereikt: Onze generatie zal de zorg moeten dragen voor een steeds grotere groep die de arbeidsmarkt reeds verlaten heeft. We zouden onszelf eens de vraag moeten stellen naar de aard van dit systeem. Eigenlijk komt het neer op de speculatie dat er in de toekomst genoeg personen zullen zijn die de lasten zullen dragen, een delicate vooronderstelling. Want wij weten dat we al lang onder de denkbeeldige grens zitten van mensen die veel minder zullen ontvangen dan dat ze zullen moeten bijdragen. Maar het is nu eenmaal het systeem dat we hebben geërfd vanuit het verleden. We vragen ons wel af wat er zou gebeuren als een privaat persoon vandaag een soortgelijk piramidespel zou opzetten…
Iedereen beseft dus dat maatregelen niet kunnen uitblijven. Want laat ons eerlijk wezen: de sociale zekerheid heeft in het verleden excessen gekend die op zijn minst bedenkelijk waren. Terwijl de levensduurte steeds toenam, ging de werkelijke pensioenleeftijd steeds naar omlaag. De verschillende vormen van gelijkgestelde periodes namen ook steeds toe, terwijl dit de basis van de piramide erodeerde. En zo zijn er tal van voorbeelden aan te halen die niet houdbaar zijn naarmate we de periode van vergrijzing naderen.
Gelukkig is er vandaag een toenemende ‘sense of urgency’ en worden er een paar knopen doorgehakt, maar hierbij moeten we opmerken dat de vakbonden zich jarenlang hebben gewenteld in een haast blinde ontkenning van deze problematiek. Elke poging om het debat te openen werd steeds door u en uw collega’s beantwoord met drie woorden: “Verworven rechten. Afblijven!”. Maar wat zijn verworven rechten waard als ze onbetaalbaar dreigen te worden? En wat betekenen die verworven rechten voor degenen die ze niet genieten maar wel moeten betalen? Wij hebben veel respect voor degenen die gedurende vele jaren moesten bijdragen aan de sociale zekerheid en wij willen geen generatieconflict met hen. Maar als er geen rationalisering komt van het ganse sociale zekerheidssysteem dan worden uw verworven rechten onze geërfde lasten. Het zou ons te ver leiden om in te gaan op de concrete maatregelen van de regering, ook wij vinden dit zeker geen ideaal compromis. Maar we willen u wel wijzen op het volgende: Zolang u vanuit die conservatieve reflex elke herziening van het sociaal model weigert, brengt u onze generatie in gevaar.
En dus kiest het ABVV, samen met ACV en ACLVB, voor een staking. Een staking die, zoals u zelf zegt, degenen treft die er niet eens door geviseerd worden. Sterker nog: de staking raakt hen wiens toekomst in de balans hangt als er geen hervormingen worden doorgevoerd.
U zegt dat er in ons land niet meer gestaakt wordt dan in andere Europese landen. We hoeven u hierop niet tegen te spreken. Maar we zijn wel het enige land waar er zoveel gelijkgestelde periodes meetellen voor het pensioen. We zijn ook het enige land waar je van werkloos zijn een beroep kunt maken, je leven lang. We zijn ook een land met één van de hoogste schuldgraden én dito belastingdruk. We willen niet beweren dat we blindelings het voorbeeld van anderen moeten volgen. Maar er is wel een reden waarom velen er beter voorstaan dan wij: zij hervormen hun systeem dat te bureaucratisch en te kwistig dreigt te worden. En dat lukt niet louter met de slogan ‘Meer belastingen!’, zeker niet in een land als België.
Eén van uw voornaamste argumenten is het gebrek aan overleg en het feit dat het akkoord een ondemocratisch gehalte heeft. Maar vernamen wij onlangs niet dat de vakbonden inspraak hebben gehad bij het opstellen van de teksten? En zijn de voorstellen niet gestemd door het parlement? Om misverstanden te voorkomen: wij zijn geen politieke naïevelingen met een blind vertrouwen in de wetgever, maar u noemt zichzelf een verdediger van de democratie. Dus wat vraagt u eigenlijk: democratie of een vetorecht voor vakbonden? En zou u soms ook kunnen leiden aan verkiezingskoorts, de komende maand mei indachtig?
U beweert dat de strijd die u voert, een strijd is die ook onze generatie ten goede komt, maar u laat weinig ruimte voor de mening die wij daarover hebben. Als voorbeeld haalt u de indexering van de lonen aan. U heeft waarschijnlijk niet in overweging genomen dat onze generatie de mogelijke nadelen van indexering weet in te schatten, en deze misschien niet eens wilt behouden. Hetzelfde geldt voor het rigide karakter van de arbeidsregulering en de hoge loonlasten die onze kansen op de arbeidsmarkt bemoeilijken. Misschien zou u die standpunten van de jongere generatie eens moeten aftoetsen vooraleer u besluit hen te gaan vertegenwoordigen.
Vakbonden van vroeger en nu
De polemiek van de laatste weken is voor ons een voorbeeld van hoe de vakbonden van vandaag slechts een schim zijn van hun voorgangers. Mogen wij u eraan herinneren dat vakbonden, mutualiteiten, werkloosheidskassen, enz. ooit begonnen zijn als vrijwillige verenigingen? In die tijden leverden ze schitterend werk in het voorzien van sociale zekerheid voor hun leden. Maar ze moesten ook moeite doen om leden te werven en dus moest hun systeem een combinatie zijn van solidariteit en duurzaamheid.
Vandaag zijn de werknemers- én werkgeversorganisaties dermate geworteld in het politieke systeem dat die positieve concurrentie niet meer speelt. Want er bestaat nauwelijks een politiek beheersorgaan, vaak ook buiten de sociale zekerheid, waar de vakbonden en werkgevers niet in vertegenwoordigd zijn. Deze organisaties lijken zich nu te beperken tot het angstvallig vastklampen aan hun macht. En dat vinden wij spijtig. Want ondanks de macht die de vakbonden hebben vergaard, komen hun belangen niet altijd overeen met de belangen van ‘de kleintjes’, zoals u ze zelf noemt. Uw organisatie is geen kleintje: u beheert miljarden belastinggeld, samen met de werkgevers. De vakbonden genieten bovendien van wettelijke privileges die u in andere sectoren bekritiseert. Zo pleit u tegen het bestaan van monopolistische marktspelers maar hebt u zelf wel wetgeving op zak die het oprichten van nieuwe vakbonden nagenoeg onmogelijk maakt. U beweert dat uw stakingskassen niet gespijsd worden met belastinggeld maar weigert wel elke vorm van inzicht in de financiën van de vakbonden. En dat terwijl de rekeningen van bedrijven door de overheid en door u worden uitgepluisd in een zoektocht naar de minste onregelmatigheid.
Wij houden niet van het ‘wij-zij-verhaal’ dat u brengt, de realiteit is veel complexer. Het ABVV heeft ook een eigen agenda, eigen belangen en dat is perfect normaal. U vertegenwoordigt uw leden en probeert de positie van uw vakverbond te handhaven. Maar dat betekent niet dat u zich zomaar kunt opwerpen tot verdediger van ‘jan en alleman’, en dat ten koste van eender wat.
Om even op dat punt in te gaan, ter verduidelijking: De uiteindelijke doelen die wij willen bereiken liggen wellicht niet zo ver van de uwe. Ook wij hechten belang aan solidariteit, al zal onze definitie misschien verschillen van de uwe. Ook wij kiezen voor een samenleving waarin het ‘wij’ een belangrijke plaats krijgt. Maar dat betekent niet dat bepaalde personen of instellingen het monopolie moeten krijgen om de mening van het ‘wij’ te vertolken. En dat betekent ook niet dat die instellingen hun regels mogen opleggen aan personen die er geen lid zijn, of dat die organisaties zich mogen verschuilen in de duistere hoekjes van het recht, zonder aansprakelijkheid voor hun daden of transparantie van hun werking. Die excessen, die u stelselmatig verdedigt, zijn voor ons een brug te ver.
Een voormalige slogan van het ABVV is het perfecte voorbeeld voor uw dubbelzinnige retoriek: “Wij kiezen voor u!”. Dezelfde dubbele betekenis vindt u terug in de titel van deze brief. Die dubbelzinnigheid is hier volgens ons op zijn plaats: een organisatie als de uwe, met al haar gevestigde belangen, kunnen wij niet beschouwen als een volledig onpartijdige en onbaatzuchtige entiteit, hoe vaak u dat ook herhaalt. Uw belangen zijn niet noodzakelijk de onze en wij hadden liever dat ze niet in het stakingspiket werden vereenzelvigd.
Geef ons de keuze
Ondanks onze meningsverschillen, willen wij geloven dat u het goed meent met onze generatie, en met personen die het niet eens zijn met de staking. Als u belang hecht aan hun mening dan wordt het tijd dat u hen erkent als volwaardige gesprekspartners in plaats van personen waaraan u zichzelf van tijd tot tijd komt verantwoorden. Want u moet er niet van uitgaan dat de keuzes die uw generatie, binnen een politiek kader, heeft gemaakt ook de keuzes zijn die wij willen aanvaarden. Wij hebben het recht om onze eigen keuzes te maken en lopen niet graag in een karkas dat onze voorgangers hebben opgelegd. Verbondenheid en solidariteit, ja; maar een blinde aanvaarding? Nee, bedankt.
Eigenlijk appreciëren wij uw poging om ons te overtuigen. Want laat ons eerlijk zijn: u hoeft ons eigenlijk niet te overtuigen, het sociaal systeem dat u verdedigt laat ons geen keuze. Of we ons nu aansluiten bij een vakbond of niet: u onderhandelt de normen die ons worden opgelegd. Indien werknemers al dan niet besluiten om te staken: de militanten zullen de poorten toch vergrendelen, ook voor de werkwilligen. Of men nu schade ondervindt door de stakingen of niet: de vakbonden kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onregelmatigheden. Het feit dat we met ons eigen geld willen investeren in onze pensioenen of eerder in onze gezondheid, het maakt allemaal niets uit: de sociale zekerheid, die u mee beheert, maakt deze keuzes ‘voor ons’. En ze maakt die keuzes soms verkeerd, zoals we nu kunnen zien.
Hoe moet het dan anders? Dat is een discussie die dit antwoord overstijgt maar we zijn bereid om ze mee te voeren. Als antwoord op uw brief willen we besluiten met een opmerking die een oplossing kan bieden voor onze kritiek. Velen verwijten de jongere generaties apathie voor de problemen van vandaag maar we weten dat u niet behoort tot deze criticasters. En we hopen dat u ons antwoord ter harte zult nemen.
Als u werkelijk wilt opkomen voor de belangen van de werknemers, en wij geloven dat dat uw doel is, dan moet u ze in de eerste plaats de mogelijkheid geven om te kiezen. Wij waarderen niet dat uw zelfverklaarde strijd voor onze rechten aan ons wordt gepresenteerd als een fait accompli. Uw doelen mogen dan wel nobel zijn, als u de manier verdedigt waarop ze aan ons worden opgedrongen, dan plaveit u mogelijks de weg voor andere doelen in de toekomst die misschien niet zo nobel zullen zijn. Een systeem dat sociale bescherming wenst te bekomen, zonder zich te bekommeren om de concrete situatie of de mening van de betrokkenen kunnen we geen sociaal systeem noemen. En toch is dat de situatie van vandaag.
Wat zijn dan de alternatieven? Sta ons toe om slechts twee voorbeelden te geven. We beseffen dat de realiteit complex is dus beperken we ons tot de principes die de grondslag ervan vormen. In Duitsland zijn collectieve arbeidsovereenkomsten alleen van toepassing op diegenen die lid zijn van de organisaties die aan de onderhandelingstafel zitten. Daar kiest men zijn vakbond aan de hand van reputatie en de soort sociale politiek die men voorstaat. Degenen die zich niet wensen te onderwerpen aan de afgesproken regels die kiest voor een individuele contractuele regeling. De keuze is aan de werknemer. Het andere voorbeeld betreft het pensioenstelsel van Chili. Daar is men al een tijd geleden overgestapt naar een kapitalisatiesysteem dat men gaandeweg heeft uitbesteed. Werknemers kiezen bij welke instelling zij hun pensioen willen onderbrengen. Dit systeem biedt een hoog rendement en transparantie, wat wij vandaag vaak ontbreken. Argentinië, Colombia en Peru zijn dit voorbeeld reeds gevolgd. De keuze is aan de pensioenspaarder.
Wat wij hiermee willen aantonen is dat de vakbonden een actievere rol kunnen spelen in het beheer van de verschillende takken van de sociale zekerheid en op een andere, directere manier dan vandaag. Uiteraard is geen enkel systeem perfect en een knip-en-plak-oplossing is niet wat wij voorstaan. Maar de principes achter de voorbeelden kunnen we zeker onderschrijven. Zoals vroeger kunnen vakbonden hun eigen kassen gaan uitbaten op het vlak van werkloosheid, pensioenen, enz. Met de mogelijkheden van vandaag zijn er vele opties om dit te doen. En de mate van solidariteit en overheidstussenkomst is een onderwerp voor discussie, maar wederom zou het ons afleiden van het doel van deze brief.
Een staking zou in de geschetste omstandigheden minder snel noodzakelijk worden. In plaats van te vechten voor uw gelijk binnen de politiek zou u immers zelf beslissen welke sociale politiek u voert binnen het geheel van sociale zekerheidsinstellingen. Op deze manier omzeilt u de noodzaak om te ageren tegen de politiek, u zou uw zaak voorleggen aan de mensen zelf. En een succesvol beleid zou u meer leden opleveren. Een dergelijke ‘terugkeer naar uw wortels’, waarbij vakbonden verenigingen van werknemers zijn in plaats van een onderdeel van de politieke instituties, zou wel eens een oplossing kunnen zijn voor de structurele problemen die wij hebben geschetst. Het zou uw betoog ook overtuigender maken. Als u vertrouwen hebt in de meerwaarde van de vakbonden dan mogen deze voorstellen u niet afschrikken. Integendeel: dan grijpt u ze met beide handen want het is een ideale kans om het nut en de invloed van de vakbonden te bewijzen. Het enige wat u verliest is de smet van partijdigheid, omdat u nu verweven bent in het politieke beheer. Ook de jongere generaties liggen dan opnieuw voor u open. Een systeem van repartitie creëert steeds tegenstellingen tussen betalers en ontvangers. Maar naar onze mening, en hopelijk de uwe, behoort elk lid evenwaardig te zijn, zonder te veel tegenstellingen in het gezamenlijk belang.
Conclusie
Als structuren willen overleven dan moeten ze veranderen. Het vastklampen aan het verleden heeft nog nooit veel positieve resultaten opgeleverd. Dat geldt voor de sociale zekerheid en dat geldt, volgens ons, ook voor de vakbonden. Want in hun huidige vorm zijn zij vaak een struikelblok voor de jongere generaties die evenveel recht hebben op economisch zelfbeschikking als de generatie waarvan wij met plezier het werk overnemen.
Wij danken u voor de moeite die u heeft gedaan om een open brief aan de studenten te richten. Maar we zijn niet de enigen die last zullen ondervinden van uw staking. Massa’s mensen die wel willen werken of andere bezigheden hebben gepland, zullen ook worden getroffen. Via verschillende kanalen en media blijkt dat zij, als werkenden, ook hun ongenoegen uiten over de situatie. En zij hebben in de eerste plaats recht op aandacht en afdoende uitleg.
Met vriendelijke groeten,
Nick Roskams
Ondervoorzitter LVSV Leuven
Gilbert Nijs
Voorzitter LVSV Hasselt
Bob van der Vleuten
Ondervoorzitter LVSV Hasselt