Herziening van art. 195 GW, de schande voorbij

Dit opiniestuk werd geschreven door Matthias Vandyck en is tevens beschikbaar in PDF.

De Kamer heeft op donderdag 15 maart met een tweederdemeerderheid artikel 195 van de grondwet gewijzigd. Het gaat om ‘een eerste stap in de uitvoering van de zesde staatshervorming’, aldus S. Verherstraeten. (De Standaard, 16 maart 2012)

ART. 195 GW
Artikel 195 van de grondwet bepaalt de wijze waarop de grondwet moet worden herzien. Dat gebeurt normaliter in drie fasen. Eerst moet het parlement de grondwetsartikelen die het wil herzien ‘vatbaar verklaren voor herziening’. Het parlement stelt dus een soort van lijst op. Daarna wordt het parlement ontbonden en komen er verkiezingen, zodat de burger zich over deze herziening kan uitspreken. Vervolgens kan dan het pas verkozen parlement, oftewel de constituante, enkel en alleen dié artikelen veranderen, die voor herziening zijn vatbaar verklaard. Om dat te doen moeten twee derde van de leden aanwezig zijn en moet de herziening worden goedgekeurd met een twee derdemeerderheid.

De opstellers van onze grondwet wilden in 1830 met deze ietwat rigide en omslachtige procedure verhinderen dat toevallige meerderheden al te lichtzinnig met de grondwet zouden omgaan en tezelfdertijd wenste men ook de inspraak van de kiezer te verzekeren.

Wanneer na zéér moeizame en langdurige onderhandelingen uiteindelijk eind vorig jaar een communautair akkoord werd bereikt, bleek dat niet alle grondwetsartikelen die veranderd moeten worden om het akkoord in haar volledigheid uit te voeren, voor herziening vatbaar zijn verklaard door het vorige parlement. Dit zou volgens onze grondwet moeten betekenen dat het akkoord door dit parlement enkel in die mate kan worden verwezenlijkt voor zover de veranderingen betrekking hebben op de in de hierboven vermelde lijst opgesomde grondwetsartikelen.

Het voorstel-Giet
Het behoeft geen uitleg dat dit op zijn zachtst gezegd problematisch is voor de meerderheidspartijen. Opnieuw naar de Vlaamse kiezer trekken in 2014 met een halfslachtige staatshervorming staat immers gelijk aan politieke zelfmoord. Opgejaagd door het eclatante succes van de N-VA bij de vorige verkiezingen besliste de meerderheid samen met Groen! daarom dan ook om haar ogenschijnlijk onuitputbare trukendoos opnieuw boven te halen. Een aantal belangrijke grondwetsartikelen die aanpassing behoeven mogen dan wel niet op het lijstje voorkomen, art. 195 GW staat er wel in vermeld. En dus beslisten onze creatieve staatshervormers om dit artikel van een ‘overgangsbepaling’ te voorzien, enkel en alleen voor de duur van deze legislatuur, zodat de noodzakelijke artikels toch kunnen worden aangepast. Anders gezegd, het zijn de spelers zelf die tijdens het spelen van het spel beslissen om de voor hun ploeg lastige spelregels dan maar te schorsen.

U hoeft geen groots jurist te zijn om aan te voelen dat hier iets wringt. Allereerst bevat onze grondwet zélf een artikel dat erop gericht is dit soort situaties tegen te gaan. Art. 187 GW bepaalt immers dat de grondwet noch geheel, noch ten dele kan worden geschorst. En laat u vooral niet misleiden door het door de meerderheid gehanteerde begrip ‘overgangsbepaling’, het betreft hier wel degelijk een tijdelijke schorsing. Vanaf de volgende legislatuur is de strenge procedure van artikel 195 om de grondwet te herzien in de drie bovenvermelde stappen, immers weer voluit van kracht. Onze ooit zo geprezen grondwet, die als inspiratiebron diende voor tal van later opgestelde constituties, wordt daarom door deze regering “als een vodje papier” behandeld, aldus professor H. Vuye.

De grondwet komt toe aan de bevolking, niet aan de regering
Nochtans is de grondwet in mijn visie niet zomaar een tekst dat door een meerderheid met de voeten kan worden getreden wanneer het hen goed uitkomt. Het is het document bij uitstek waarin de fundamenten van onze rechtsstaat en democratie liggen vervat. Het bevat de meest essentiële waarborgen tegenover de overheid en legt de meest fundamentele rechten van iedere burger vast. Het is het basisdocument van een natie. Om die redenen komt de grondwet in de allereerste plaats toe aan de bevolking, niet aan een meerderheid die uit electoraal eigenbelang opteert om bepaalde belangrijke waarborgen tijdelijk te schorsen.

Dat de huidige regeringspartijen, aangevuld met de groenen, deze spelregels zomaar naast zich neerleggen getuigt van weinig morele scrupules en een hoge graad van arrogantie. Het is op zijn zachtst gezegd wraakroepend dat een regering die verlangt van al haar burgers dat haar eigen talloze regeltjes worden opgevolgd, het zichzelf permitteert om zich niet aan de meest elementaire regels van onze natie te houden. De laag-bij-de-grondse truc waarbij artikel 195 van de grondwet wordt geschorst, kan dan volgens mij ook enkel ondersteund worden door politici met autoritaire afwijkingen.

De bocht van CD&V
Een snelle blik op de recente geschiedenis leert ons dat toen de CD&V in 2003 en 2007 in de oppositie zat, en men eveneens artikel 195 wou herzien, deze partij er een heel ander standpunt op nahield. Toen vonden de christen-democraten dat een herziening van artikel 195 nooit binnen dezelfde legislatuur kon leiden tot een wijziging aan artikelen die niet door het vorige parlement voor herziening vatbaar waren verklaard. Met andere woorden, men mocht wél alle artikelen herzien die het vorige parlement in een lijstje had opgesomd, ook artikel 195. Maar men mocht artikel 195 niet zo wijzigen dat er nog nieuwe artikelen bijkomen bovenop die uit het eerste lijstje. Om nieuwe artikelen te herzien binnen dezelfde legislatuur, moesten immers eerst nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. De kiezer had zijn stem uitgebracht over welbepaalde artikelen, niet over nieuwe artikelen die door de herziening van artikel 195 plots ook veranderd zouden worden. Het is dan ook ironisch om te zien dat het uitgerekend staatssecretaris S. Verherstraeten is die deze constitutionele fraude in de media komt verdedigen. Wat in 2003 en 2007 voor hem en z’n partij nog een ontoelaatbare en ongrondwettelijke ‘tijdelijke schorsing’ was, wordt nu plots een ‘tijdelijke overgangsbepaling’ als ‘eerste stap van de staatshervorming’. De stroper wordt hier dus geen boswachter, maar de boswachter wordt een stroper. Een zaak staat vast: de letter C van CD&V staat vandaag niet voor constitutionalisme, noch voor consequent.

Het stemt mij triest om te zien hoe weinig geloofwaardigheid er dezer dagen soms nog in de Wetstraat valt te bespeuren, hypocrisie des te meer.

Spelregels zijn er voor iedereen
Voor alle duidelijkheid dit is zeker geen pleidooi voor de onaantastbaarheid van artikel 195 GW. Maar indien men van mening is dat artikel 195 van de grondwet moet worden herzien, en daar bestaan mogelijk aanvaardbare redenen voor, dan dient dit in haar geheel en op een fundamentele en blijvende manier te gebeuren. De huidige meerderheid heeft samen met de groenen hiertoe ook de mogelijkheid. Toch kozen de betrokken partijen om redenen van eigenbelang, en meer bepaald dat van hun verkozen leden, voor een tijdelijke schorsing van de grondwet. Een lichtzinnige en gevaarlijke keuze die mogelijk als precedent ertoe kan leiden dat voortaan iedere constituante onbeperkt om het even welk artikel van de grondwet kan herzien zolang art. 195 maar in de lijst is opgenomen.

Waarborgen zoals onder andere degene die in artikel 195 liggen vervat, zijn er wel degelijk om redenen die bescherming en respect verdienen. Iedereen, elke meerderheid en elke partij dient deze waarborgen te respecteren, eender op welk moment in tijd en ongeacht de samenstelling van het parlement. Niemand hoort onze waarborgen te schorsen, dit soort spelregels zijn er steeds en voor iedereen.

De schorsing van artikel 195 raakt ons in het constitutionele hart van dit land en is daarom absoluut onaanvaardbaar. Hoe klein dit soort aantastingen aanvankelijk ook mogen lijken, ze raken aan de grootste principes en kunnen vaak grote gevolgen hebben. Bijgevolg dienen ze naar mijn mening door geen enkele burger van dit land getolereerd te worden


Matthias Vandyck
Politiek Secretaris

Comments are closed.