Dit opiniestuk werd geschreven door Bob van der Vleuten en is tevens beschikbaar als PDF.
Met het nieuws dat SOPA (Stop Online Piracy Act) door Lamar Smith in de vuilbak is gekieperd, viel er alvast een donkere wolk boven het hoofd weg van zij die een vrij en functionerend internet genegen zijn. Spijtig genoeg kunnen we nu niet zeggen “oef daar zijn we voor goed vanaf”. Reeds in een aantal landen zijn soortgelijke wetten goedgekeurd en internationaal hangt ons ACTA boven ons hoofd.
Wat een zeer negatief gegeven in dit soort wetten is, is de disproportionele en nutteloze (re)actie tegen ‘piraterij’ die ze bevatten. In gevalle SOPA had men een website kunnen blokkeren, zonder proces en op aanvraag van een bedrijf, omdat één enkele gebruiker van die website vermoedelijk een auteursrecht geschonden zou hebben. Dat is even logisch als het verbieden van de verkoop van Ford Transits omdat er het vermoeden is dat er een overval op een bank werd gepleegd waarbij dat type bestelwagen werd gebruikt.
Waar men tot nu toe het internet kon beschouwen als het laatste baken van echte vrijheid, erodeert deze vrijheid meer en meer. Dit vooral dankzij reguleringen en maatregelen die worden genomen op vraag van lobbyisten van de film-, print- en muziekindustrie. SOPA en PIPA waren daar het duidelijkste en meest recente voorbeeld van. Het is het zoveelste voorbeeld van rijke ‘specials interests’ die ‘big government’ voor hun kar spannen om hun vuil werk op te knappen, op die manier ontlopen ze de werking van de markt die hen normaal zou doen investeren in innovatie.
Wat potentieel de vrijheid verder kan eroderen is ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement), een internationaal handelsverdrag. ACTA omvat meerdere onderdelen voor het tegengaan van vervalsing en de naam doet voor een leek uitschijnen dat het hier om fysieke vervalsing gaat. Echter bevat het verdrag, voor zover er teksten zijn uitgelekt, ook zeer negatieve maatregelen betreffende het internet. Het verdrag wordt sinds 2007 in het geheim onderhandeld door niet democratisch verkozen individuen.
Het grootste probleem met ACTA betreffende de vrijheid die wij genieten op het internet, is de idee dat ISP’s verantwoordelijk zouden worden voor de acties van hun gebruikers. Dit wil zeggen dat als een telenet-klant een auteursrecht op het internet schendt, Telenet hiervoor verantwoordelijk wordt gesteld. Het betekent dus dat ISP’s zich actief zullen moeten gaan bezig houden met controle en censuur van de gebruiker. Er is geen verdere uitleg nodig om te weten dat dit het internet zou verdelen in kleine gesloten en gecensureerde eilandjes.
De vrijheid staat dus onder druk en aangezien ACTA in het geheim wordt besproken is er een gebrek aan bewustzijn hierover bij jan modaal. Over dergelijke drastische maatregelen is op zijn minst een groot maatschappelijk debat nodig, wat uiteraard zou uitmonden in het afschieten van ACTA.
Hoe deze saga zich zal verder zetten is onduidelijk. Één zaak is zeker: vrijheid op het internet is iets waar keihard voor gevochten zal moeten worden vanaf nu!
—
Bob van der Vleuten
Ondervoorzitter LVSV Hasselt