Rookverbod

Dit opiniestuk werd geschreven door Kevin Englicky en is tevens beschikbaar op zijn blog

Eerder deze week oordeelde het grondwettelijk hof dat het onderscheid tussen horecagelegenheden waar gegeten kan worden en de simpele cafés, met betrekking tot het rookverbod, een vorm van discriminatie was. De prachtige voorzet die het grondwettelijk hof hier gaf werd door de politiek, in een prachtig voor-ingestudeerd nummertje, in eigen doel getrapt. De hamer was nog maar net gevallen of de politiek, NV-a op kop, stond al klaar met een algemeen rookverbod vanaf 30 juni. Het is opmerkelijk dat hetzelfde grondwettelijk hof in 2007 oordeelde dat BHV nog in hetzelfde jaar gesplitst moest worden…we wachten nog altijd. Wanneer het echter is om de burger een kl**t af te draaien schieten ze wel wakker in Brussel. Over het feit dat de discriminatie waar het hof over sprak ook weggewerkt kon worden door het verbod in restaurants op te heffen werd zelfs niet gesproken. Natuurlijk niet! een eerlijk debat? In dit land?

De polemiek die na het bekendmaken van de uitspraak losbrak illustreerde weer perfect waar het in dit land misgaat. Waarom deze samenleving met de dag onleefbaarder wordt en waarom we niet meteen op veel beterschap moeten rekenen. Het probleem in zijn essentie is simpelweg dat niet-rokers niet graag de rook van anderen in hun gezicht krijgen wanneer ze op café gaan, een restaurant bezoeken,… Een probleem dat zich perfect laat oplossen door gebruik te maken van de ruimte in onze samenleving, het groot aanbod aan horecagelegenheden, om een aanbod te creëren dat aan beide vragen voldoet. De vrije markt dus. Maar dat is niet de mentaliteit van de staatofiel. De staatofiel is een eigenaardig beestje. Hij is niet tevreden met zijn leven te kunnen leven op zijn manier. De ‘live and let live’ mentaliteit die zo essentieel is voor een open samenleving. Nee! Voor de staatofiel is dat niet voldoende. Hij is pas tevreden als iedereen leeft zoals HIJ dat wil. De staatofiel wil niet enkel zijn eigen keuzes maken maar ook die van alle anderen.

Het is de mentaliteit die zich de laatste jaren vertaalde in buurtbewoners die een kleuterschool aanklagen omdat spelende kinderen teveel lawaai maken. Een vrouw die de nabijgelegen voetbalclub van materiaal beroofde omdat er , oh nee, af en toe een voetbal in haar achtertuin terechtkwam, of om een voorbeeld uit mijn eigen omgeving te geven, een vrouw die de politie belde omdat de buurman om twee uur ’s middags het gras maaide terwijl haar baby aan het slapen was.

Wanneer we de samenleving beschouwen kunnen we enkel vaststellen dat dit geen anekdotische voorbeelden zijn, maar passen binnen een trend die steeds meer terrein wint. Wat mijn ouders me vroeger meegaven “je kan niet alles hebben wat je wilt” is “je hebt recht op alles wat je wilt, en meer!” geworden. Het is alsof we menen het recht te hebben in een wereld te leven die precies is zoals we willen dat die is. Wee eenieder die daar afbreuk aan doet. De staatofiel, in zijn drang de wereld te herscheppen in zijn eigen beeld, rent bij elke dagdagelijkse irritatie naar de overheid, zoals een klein kind naar mama rent als het van zijn vriendjes zijn zin niet krijgt, in de hoop daar zijn medeburger een loer te kunnen draaien.

Waar we vroeger politici hadden die verantwoordelijk genoeg waren dit soort azijnpissers wandelen te sturen, mandatarissen die het gezond verstand hadden te stellen dat de overheid niet eenieders persoonlijke ‘make a wish foundation’ is, worden we vandaag geconfronteerd met een politieke generatie die maar al te graag op dit soort malcontenten ingaat in de hoop daar electoraal wel bij te varen. De politiek heeft al lang door dat verdeeldheid stemmen genereert en lacht zich in het vuistje telkens een zogenaamde minderheid of zelfingebeelde discriminatieslachtoffers aan hun deur komen kloppen. ‘Verdeel en heers’ is nog nooit zo gemakkelijk geweest als in België anno 2011. Ze moeten ons zelfs niet meer verdelen, dat doen we zelf al.

Het aangekondigde rookverbod werd door de voorstanders onthaald als een overwinning. Een overwinning, ja. Een overwinning voor het egoïsme, het cynisme, en een overwinning voor de verdere balkanisatie van de samenleving. WOW! Wat een overwinning… proficiat!

Ik heb de volgende analogie reeds eerder gebruikt en doe het hier opnieuw, want ze slaat de nagel op de kop. Wanneer ik me zou storen aan iemands gedrag, praten tijdens de film, eten met open mond,…maakt niet uit. Is het dan een redelijke reactie van mijn kant om een bende criminelen, de maffia, in te huren om de bron van mijn irritatie te ontvoeren, te bestelen of tegen de grond te slaan? Natuurlijk niet! Iedere redelijke mens zou vragen waar ik mee bezig was. Wel, met precies hetzelfde als wat nu gebeurt. Nee, dit is niet overdreven! Wat is ‘overheid’ anders buiten bruut geweld? Waar haalt een overheid zijn autoriteit buiten het feit dat ze mensen vrijheid en eigendom kan ontnemen? Mensen je wil opleggen doorheen de legislatieve loop van een geweer is het. Schandelijk! Als dat uw ding is, verhuis dan naar Libië. U zal er zich meteen thuis voelen.

Een scène uit de populaire cartoon southpark schiet me te binnen. In de betreffende aflevering speelt personage Eric Cartman een superheld die na het vermoorden van tieneridool Justin Bieber (don’t even ask) door zijn vrienden ter verantwoording geroepen wordt. “Waar ben je mee bezig?” vragen ze hem. “Ik maak de wereld een betere plek!” antwoordt hij vastberaden. “Ja, een betere plek…VOOR UZELF!” wordt hem teruggeworpen. “Wat is het verschil?” vraagt hij zich hardop af. ‘Wat is het verschil?’ Daar komt het inderdaad op neer. Vraag het alvast niet aan de staatofiel. Die begrijpt het ook niet.

In dezelfde week dat de hele commotie rond het rookverbod losbarstte, kwam er, als de ultieme ironie, ook steeds meer protest over de stijgende benzineprijzen en de weigering van de overheid daar via een belastingverlaging iets aan te doen. Als het niet zo intriest was, was het hilarisch te zien hoe de link tussen beiden onderwerpen de staatofiel volledig ontgaat. Ze begrijpen maar niet waarom de overheid niets wil doen aan de verzuchtingen van de bevolking. Tenminste zo noemt de staatofiel zaken waar hij ook zelf last van heeft. Het feit dat ze de overheid zonet een blanco cheque gaven om een ander deel van de bevolking in de noten te schoppen is de bepalende factor die de staatofiel niet ziet. De overheid heeft zonet een algemeen rookverbod ingevoerd zonder ook maar de minste weerstand. Wat zou hun nu moeten tegenhouden om een andere groep een nieuw gat te scheuren?

De overheid tast constant de grenzen af. Ze is steeds aan het zoeken hoe ver ze kan gaan voor ze weerstand tegenkomt. In dit land kan ze lang zoeken, want zolang de staatofiel er is om recht in de hand van de overheid te spelen, is weerstand iets wat in dit land niet mogelijk is. Hoe zou de overheid moeten geloven dat dit nu “echt” te ver gaat? Alles wat ze ons in het verleden door de strot probeerde te rammen hebben we geslikt, gesmaakt en daarna nog om een extra portie gevraagd. Vooroverbuigen kan ondertussen een nationale hobby genoemd worden.

Wie denkt dat ik overdrijf kan zelf vaststellen dat het bovenstaande afgelopen week zelfs als argument voor het rookverbod gebruikt werd. “De mensen passen zich wel aan”, zo werd het verwoord. En? Mensen passen zich ook aan aan sneeuw op de weg, aan het zomeruur en het winteruur…mensen zouden zich zelfs aanpassen aan een kernoorlog. Wil dat iets zeggen? Hoe ver is het gekomen als de overheid openlijk durft zeggen: “Je weet toch dat je niet de ‘cojones’ hebt om er iets aan te doen dus ga gewoon liggen en neem het!”. De staatofiel is natuurlijk de eerste. “Ja meneer de overheid, ik ga liggen. Moet ik mijn benen al opendoen?”. “Vrijheid is immers toch maar een illusie” om het mager excuus voor een argument van een staatofiel op Facebook te gebruiken.

zolang wij onder elkaar blijven vechten over idiote zaken als “mag je roken in een café” kan je het buldergelach uit de hallen van Brussel horen opstijgen.

“Maar ik rook niet! Waarom zou ik me er druk over moeten maken” hoor ik nu nog velen zeggen. Omdat; tenzij u zich eindelijk realiseert dat “iemands onrecht eenieders onrecht is” dat wanneer één iemand van zijn vrijheid beroofd wordt, iedereen van zijn vrijheid beroofd wordt;… het dra uw fuif zal zijn die om 22h de muziek al mag uitzetten. Het zal weldra uw kinderdagverblijf zijn dat mag sluiten omdat de buren niet tegen het ‘lawaai’ van spelende kinderen kunnen. Omdat uw kinderen op hun volgende kamp met de jeugdbeweging geen kampvuur mogen doen op de laatste dag omdat één avond rook op een jaar nu net teveel gevraagd is van de omwonenden. Het kan binnenkort uw buurman zijn die de politie belt omdat uw hond te vaak blaft.

De keuze is simpel: ofwel beseffen we dat onze samenleving ruim en flexibel genoeg is om de meeste verschillen te accommoderen, ofwel blijven we, tot groot jolijt van Brussel, proberen elkaar de duvel aan te doen.

Comments are closed.