Treinen staken? Gratis rijden!

Dit opiniestuk werd geschreven door Roel Van Eetvelt en is tevens beschikbaar als PDF

Amper iemand kijkt er nog van op. Stakingen lijken bijna inherent aan de sociale bedrijfscultuur van de NMBS. De reizigers blijven in de kou staan en moeten op zoek naar een ander middel om op hun bestemming te raken. Maar, kan het niet anders? Is er geen andere manier voor de werknemers van de NMBS om hun eisen kracht bij te zetten?

Dat het stakingsrecht een cruciaal onderdeel is inzake de beleving van en het streven naar socio-economisch welzijn kan niet ter discussie staan in een democratische rechtstaat zoals de onze. Vooral met betrekking tot de arbeidsomstandigheden heeft dit recht in het verleden herhaaldelijk zijn nut bewezen. Ook nu nog, in een tijd van sociaal overleg en CAO’s, zijn er buitensporigheden in de behandeling van de werknemers die gecorrigeerd dienen te worden, met een staking als geldig (laatste) actiemiddel.

Problematisch echter zijn die (vooral publieke) sectoren waar de markt beheerst wordt door een monopolie, zoals in het geval van dit artikel bij het personenvervoer per spoor. Aangezien in ons land mensen die de trein willen nemen geen alternatief hebben dan van de diensten van de NMBS gebruik te maken, komen ze in problemen wanneer de werknemers van NMBS hun stakingsrecht praktiseren. De gevolgen zijn maar al te vaak disproportioneel. Mensen raken niet op hun werk of school, het wegverkeer ligt lam en ondertussen loopt de schade voor de economie op tot in de miljoenen.

Het stakingsrecht voor deze sector afnemen is natuurlijk een brug te ver. Echter, er zijn wel waardevolle alternatieve invullingen voor dit recht dan de gebruikelijke interpretatie (‘Het werk neerleggen’). Een eerste voorbeeld is dat van de ‘minimum dienstverlening’, zoals dat in enkele van onze buurlanden (Duitsland en Frankrijk) wettelijk verankerd is. Hierbij wordt er nog beperkt vervoer aangeboden tijdens de piekuren. Dit principe brengt wel een aantal moeilijkheden met zich mee, onder andere op het vlak van veiligheid en feitelijke haalbaarheid.

Een tweede alternatieve interpretatie is het ‘gratis rijden’, waarbij het staken zich toespitst op het nalaten vervoersbewijzen te controleren. Hierbij lijkt voldaan aan het wezenlijke doel van het stakingsrecht. De spoordirectie wordt namelijk onder druk gezet door de enorme verliezen die de organisatie leidt, aangezien de oplopende kosten niet gecompenseerd worden door de inkomsten uit de verkoop van treinkaarten. Het grote voordeel ligt natuurlijk in de negatieve externe gevolgen die nagenoeg miniem zullen zijn. Iedereen geraakt op het werk of op school en ook de wegen worden niet extra belast. Zo wordt er een compromis bewerkstelligd tussen het stakingsrecht en de rechten van de treinreiziger.

Ook bij het ‘gratis rijden’ dient men zich vanzelfsprekend niet lichtzinnig te beroepen op het stakingsrecht. Een staking dient een allerlaatste middel te zijn en is slechts dan te rechtvaardigen wanneer het overleg geen kans meer heeft door de aanhoudende onwil van een der partijen.

Roel Van Eetvelt
Politiek Secretaris
LVSV Hasselt

Comments are closed.